Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32018O0014

Richtsnoer (EU) 2018/797 van de Europese Centrale Bank van 3 mei 2018 betreffende beheerdiensten inzake in euro luidende reserves die het Eurosysteem verleent aan centrale banken en landen buiten het eurogebied en aan internationale organisaties (herschikking) (ECB/2018/14)

PB L 136 van 1.6.2018, blz. 81–87 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 30/06/2021; opgeheven door 32021O0564

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2018/797/oj

1.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 136/81


RICHTSNOER (EU) 2018/797 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 3 mei 2018

betreffende beheerdiensten inzake in euro luidende reserves die het Eurosysteem verleent aan centrale banken en landen buiten het eurogebied en aan internationale organisaties (ECB/2018/14)

(herschikking)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 12.1, artikel 14.3 en artikel 23,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtsnoer ECB/2006/4 (1) is verscheidene malen aanzienlijk gewijzigd (2). Aangezien verdere wijzigingen zullen volgen, vergt duidelijkheid dat Richtsnoer ECB/2006/4 wordt herschikt.

(2)

Krachtens artikel 23, in samenhang met artikel 42.4 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), mogen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten betrekkingen aangaan met centrale banken en financiële instellingen in andere landen en, waar passend, met internationale organisaties, en tevens alle soorten bancaire transacties verrichten in hun betrekkingen met derde landen en internationale organisaties.

(3)

Het Eurosysteem moet als één geheel optreden als het aan voornoemde klanten reservebeheerdiensten van het Eurosysteem verleent, ongeacht via welke centrale bank van het Eurosysteem die dienstverlening plaatsvindt. Te dien einde beoogt dit richtsnoer onder meer de gestandaardiseerde verlening van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem volgens geharmoniseerde modaliteiten en voorwaarden te verzekeren, beoogt het te verzekeren dat de ECB omtrent deze diensten adequate informatie ontvangt, en beoogt het te verzekeren dat gemeenschappelijke basiskenmerken voor contractuele overeenkomsten met klanten worden vastgesteld.

(4)

Alle informatie, gegevens en documenten die centrale banken van het Eurosysteem hebben opgesteld en/of binnen het kader van de reservebeheerdiensten van het Eurosysteem hebben uitgewisseld, zijn vertrouwelijk en artikel 37 van de ESCB-statuten is op die informatie, gegevens en documenten van toepassing.

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit richtsnoer wordt verstaan onder:

1.   „alle soorten bancaire transacties”: omvat de verlening van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem aan klanten;

2.   „bevoegd ECB-personeel”: bij de ECB werkzame personen die de directie van tijd tot tijd aanwijst als zijnde bevoegd voor de verzending en de ontvangst van de binnen het kader van de reservebeheerdiensten van het Eurosysteem te verstrekken informatie;

3.   „centrale bank”: omvat monetaire autoriteiten;

4.   „klant”: een buiten het eurogebied gelegen centrale bank of een buiten het eurogebied gelegen land (waaronder een overheid of overheidsinstantie), of een internationale organisatie waaraan een centrale bank van het Eurosysteem reservebeheerdiensten van het Eurosysteem verleent;

5.   „centrale bank van het Eurosysteem”: de ECB en de nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten;

6.   „reservebeheerdiensten van het Eurosysteem”: de in artikel 2 genoemde reservebeheerdiensten die centrale banken van het Eurosysteem aan klanten kunnen verlenen en waardoor klanten hun reserves via één centrale bank van het Eurosysteem alomvattend kunnen beheren;

7.   „Eurosysteem dienstverlener” („Eurosystem Service Provider”) (ESP): een centrale bank van het Eurosysteem die zich ertoe verbindt het volledige spectrum van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem te verlenen;

8.   „individuele dienstverlener” („Individual Service Provider”) (ISP): een centrale bank van het Eurosysteem die zich er niet toe verbindt het volledige spectrum van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem te verlenen;

9.   „Internationale organisatie”: een organisatie, behalve Unie-instellingen en -organen, opgericht bij of krachtens een internationaal verdrag;

10.   „potentiële klant”: een buiten het eurogebied gelegen centrale bank of een buiten het eurogebied gelegen land (waaronder een overheid of een overheidsinstantie), of een internationale organisatie die onderhandelingen is begonnen met een ESP of een ISP teneinde een zakelijke relatie aan te gaan en die een voor onderhandelingen en eventuele ondertekening bestemd contract heeft ontvangen;

11.   „reserves”: de beleenbare in euro luidende activa van de klant, i.e. cash en alle effecten die op de Eurosysteemlijst van beleenbare activa zijn opgenomen, welke lijst dagelijks op de ECB-website bekend wordt gemaakt en bijgewerkt, met uitzondering van:

a)

effecten die vallen binnen de „surpluspercentagecategorie V” (effecten op onderpand van activa);

b)

activa die uitsluitend worden aangehouden om pensioen- en aanverwante verplichtingen van de klant ten behoeve van voormalige of huidige personeelsleden na te komen;

c)

in euro luidende activa die worden aangehouden op specifieke rekeningen die een klant bij een centrale bank van het Eurosysteem heeft geopend voor de herschikking van overheidsschuld binnen het kader van internationale overeenkomsten;

d)

in euro luidende activa van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) die bij centrale banken van het Eurosysteem worden aangehouden op de nr.-1- en nr.-2-rekeningen en op de Securities Account van het IMF, en

e)

de categorieën in euro luidende activa die de Raad van bestuur van tijd tot tijd heeft vastgesteld.

Artikel 2

Lijst van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem

Reservebeheerdiensten van het Eurosysteem omvatten:

1.

bewaarnemingsrekeningen voor de reserves;

2.

de volgende bewaarnemingsdiensten:

a)

bewaarnemingsafschriften aan het einde van de maand, maar op verzoek van de klant eveneens op andere tijdstippen;

b)

verzending van afschriften via SWIFT aan alle klanten die via SWIFT afschriften kunnen ontvangen, dan wel anderszins al naargelang de behoeften van niet-SWIFT klanten;

c)

kennisgeving van ondernemingsbeheerdaden („corporate actions”) (bijv. couponbetalingen en aflossingen) in verband met aangehouden effecten van klanten;

d)

verwerken van corporate actions voor klanten;

e)

het onder bepaalde voorwaarden bevorderen van overeenkomsten tussen klanten en derde-gevolmachtigden, in verband met de exploitatie van geautomatiseerde programma's voor effectenleningstransacties;

3.

de volgende afwikkelingsdiensten:

a)

afwikkelingsdiensten franco levering/levering tegen betaling voor alle in euro luidende effecten waarvoor bewaarnemingsrekeningen beschikbaar zijn;

b)

afwikkelingsbevestiging van alle transacties via SWIFT (dan wel anderszins al naargelang de behoeften van niet-SWIFT klanten);

4.

de volgende cashdiensten/beleggingsdiensten:

a)

deviezenaankoop/-verkoop voor rekening van klanten als lastgever, met minimaal dekking van de contante aankoop/verkoop van euro tegen niet-eurogebied G10-valuta;

b)

termijndepositodiensten:

i)

als lasthebber, of

ii)

als lastgever;

c)

overnightkredietsaldo's:

i)

lijst 1 — automatische belegging van een beperkt vast bedrag per klant als lastgever;

ii)

lijst 2 — mogelijke belegging van fondsen bij marktdeelnemers als lasthebber;

d)

uitvoering van beleggingen voor klanten overeenkomstig vaste instructies en overeenkomstig het spectrum van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem;

e)

uitvoering van klantenorders voor aankoop/verkoop van effecten op de secundaire markt;

5.

de volgende kasrekeningdienst:

a)

de uitvoering van inkomende en uitgaande contantloze betalingstransacties in verband met reservebeheerdiensten van het Eurosysteem.

Artikel 3

Dienstverlening door ESP's en ISP's

1.   Binnen het kader van de reservebeheerdiensten van het Eurosysteem zijn centrale banken van het Eurosysteem hetzij een ESP, of een ISP.

2.   Naast de in artikel 2 genoemde diensten mogen ESP's ook andere reservebeheerdiensten aan klanten aanbieden. Op die door ESP's afzonderlijk vast te stellen diensten is dit richtsnoer niet van toepassing.

3.   Dit richtsnoer en de vereisten van de reservebeheerdiensten van het Eurosysteem zijn van toepassing op een of meerdere door ISP's verleende reservebeheerdiensten van het Eurosysteem, dan wel enig deel daarvan, welke diensten deel uitmaken van het volledige spectrum van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem. Voorts mogen ISP's ook andere door hen afzonderlijk vast te stellen reservebeheerdiensten aan klanten aanbieden. Op die diensten is dit richtsnoer niet van toepassing.

4.   Inzake aan klanten verleende reservebeheerdiensten kunnen die klanten met meerdere centrale banken van het Eurosysteem overeenkomsten afsluiten.

Artikel 4

Informatie inzake reservebeheerdiensten van het Eurosysteem

1.   Centrale banken van het Eurosysteem verstrekken het bevoegde ECB-personeel alle relevante informatie inzake de verlening van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem aan nieuwe en huidige klanten en lichten het bevoegde ECB-personeel in wanneer een potentiële klant hen benadert.

2.   Vooraleer centrale banken van het Eurosysteem de identiteit van een huidige, nieuwe of potentiële klant aan het bevoegde ECB-personeel onthullen, trachten ze daarvoor de toestemming van de klant te verkrijgen.

3.   Indien de toestemming niet wordt verkregen, verstrekt de betrokken centrale bank van het Eurosysteem het bevoegde ECB-personeel de vereiste informatie zonder de identiteit van de klant te onthullen.

Artikel 5

Verbod en opschorting van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem

1.   Ter raadpleging door centrale banken van het Eurosysteem houdt de ECB een lijst bij van huidige, nieuwe of potentiële klanten op wier reserves bevriezing of een soortgelijke maatregel van toepassing is die hetzij een van de lidstaten van de Europese Unie oplegt op basis van een resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, dan wel door de Unie wordt opgelegd.

2.   Indien een centrale bank van het Eurosysteem of de lidstaat van vestiging van de centrale bank van het Eurosysteem op basis van een om redenen van nationaal beleid of nationaal belang aangenomen maatregel of besluit niet behorende tot de in lid 1 genoemde maatregelen of besluiten de verlening van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem aan huidige klanten opschort, dan wel weigert die diensten aan een nieuwe of potentiële klant te verlenen, stelt deze centrale bank van het Eurosysteem het bevoegde ECB-personeel daarvan onverwijld in kennis. Het bevoegde ECB-personeel stelt de overige centrale banken van het Eurosysteem daarvan onverwijld in kennis. Dergelijke maatregelen of besluiten beletten niet dat de overige centrale banken van het Eurosysteem die klanten reservebeheerdiensten van het Eurosysteem verlenen.

3.   Artikel 4, lid 2 en 3, is van toepassing op identiteitonthullingen van een huidige, nieuwe of potentiële klant overeenkomstig lid 2. Bij ontstentenis van toestemming van de klant mag de identiteit van een klant uitsluitend worden onthuld aan andere centrale banken van het Eurosysteem wanneer die identiteitonthulling strookt met het toepasselijke recht.

Artikel 6

Verantwoordelijkheid voor reservebeheerdiensten van het Eurosysteem

1.   Elke centrale bank van het Eurosysteem is verantwoordelijk voor de uitvoering van met zijn klanten afgesloten contractuele overeenkomsten die volgens de centrale bank passend zijn voor het verlenen van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem.

2.   Elke centrale bank van het Eurosysteem die aan zijn klanten reservebeheerdiensten van het Eurosysteem verleent, dan wel enig deel daarvan, is aansprakelijk voor die door de bank te verlenen diensten, zulks behoudens specifieke op een centrale bank van het Eurosysteem toepasselijke dan wel door een centrale bank van het Eurosysteem overeengekomen bepalingen.

Artikel 7

Gemeenschappelijke basiskenmerken in contractuele overeenkomsten met klanten

Centrale banken van het Eurosysteem verzekeren dat hun contractuele overeenkomsten met klanten stroken met dit richtsnoer en met de hiernavolgende gemeenschappelijke basiskenmerken. De contractuele overeenkomsten:

a)

bepalen dat de tegenpartij van de klant de centrale bank van het Eurosysteem is waarmee die klant levering van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem, dan wel enig deel daarvan, is overeengekomen, en dat die overeenkomst op zich voor de klant ten overstaan van andere centrale banken van het Eurosysteem rechten noch aanspraken in het leven roept;

b)

vermelden de koppelingen die kunnen worden gebruikt voor de afwikkeling van door de tegenpartijen van klanten aangehouden effecten en vermelden de betrokken risico's van het gebruik van voor monetairbeleidstransacties niet-bruikbare koppelingen;

c)

bepalen dat bepaalde transacties binnen het kader van de reservebeheerdiensten van het Eurosysteem als een inspanningsverplichting worden uitgevoerd;

d)

bepalen dat de centrale bank van het Eurosysteem klanten voorstellen kan doen inzake tijdstip en uitvoering van een transactie om conflicten met het monetair- en wisselkoersbeleid van het Eurosysteem te vermijden, en dat die centrale bank van het Eurosysteem niet aansprakelijk is voor mogelijke gevolgen van die voorstellen voor de klant;

e)

bepalen dat de door centrale banken van het Eurosysteem aan hun klanten voor de verlening van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem in rekening gebrachte vergoeding door het Eurosysteem kan worden herzien en dat de klanten conform de toepasselijke wetgeving gebonden zijn aan de eventueel uit die herzieningen voortvloeiende vergoedingswijzigingen;

f)

bepalen dat de klant ten overstaan van de centrale bank van het Eurosysteem bevestigt dat hij voldoet aan alle Unie- en nationale wetgeving ter voorkoming van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, voor zover toepasselijk, waaronder door bevoegde autoriteiten verstrekte aanwijzingen, en dat hij geenszins betrokken is bij witwassen van geld of terrorismefinanciering.

Artikel 8

Rol van de ECB

De ECB coördineert de algemene verlening van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem en het daarmee samenhangende informatiekader. Elke centrale bank van het Eurosysteem die een ESP wordt, of haar ESP-status beëindigt, stelt de ECB daarvan in kennis.

Artikel 9

Intrekking

1.   Richtsnoer ECB/2006/4, zoals gewijzigd bij de in bijlage I genoemde richtsnoeren, wordt met ingang van 1 oktober 2018 ingetrokken.

2.   Verwijzingen naar het ingetrokken richtsnoer worden geïnterpreteerd als verwijzingen naar dit richtsnoer en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 10

Inwerkingtreding en implementatie

1.   Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van kennisgeving ervan aan de nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten.

2.   De centrale banken van het Eurosysteem voldoen met ingang van 1 oktober 2018 aan dit richtsnoer.

Artikel 11

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.

Gedaan te Frankfurt am Main, 3 mei 2018.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Richtsnoer van 7 april 2006 betreffende beheersdiensten inzake in euro luidende reserves die het Eurosysteem verleent aan centrale banken en landen buiten het eurogebied en aan internationale organisaties (ECB/2006/4) (PB L 107 van 20.4.2006, blz. 54).

(2)  Zie bijlage I.


BIJLAGE I

INGETROKKEN RICHTSNOER MET EEN LIJST VAN DE OPEENVOLGENDE WIJZIGINGEN ERVAN

Richtsnoer ECB/2006/4 (PB L 107 van 20.4.2006, blz. 54).

Richtsnoer ECB/2009/11 (PB L 139 van 5.6.2009, blz. 34).

Richtsnoer ECB/2013/14 (PB L 138 van 24.5.2013, blz. 19).


BIJLAGE II

CONCORDANTIETABEL

Richtsnoer ECB/2006/4

Dit richtsnoer

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9

Artikelen 9-11


Naar boven