Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 32015O0019
Guideline (EU) 2015/948 of the European Central Bank of 16 April 2015 amending Guideline ECB/2013/7 concerning statistics on holdings of securities (ECB/2015/19)
Richtsnoer (EU) 2015/948 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/7 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2015/19)
Richtsnoer (EU) 2015/948 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/7 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2015/19)
PB L 154 van 19.6.2015, blz. 15–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Van kracht
19.6.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 154/15 |
RICHTSNOER (EU) 2015/948 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 16 april 2015
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/7 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2015/19)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 5.1, artikel 12.1 en artikel 14.3,
Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1),
Gezien Verordening (EU) nr. 1011/2012 van de Europese Centrale Bank van 17 oktober 2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2012/24) (2),
Overwegende:
(1) |
Gezien de invoering van directe rapportage van statistische informatie door verzekeringsinstellingen in Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/50) (3), en de nauwe samenhang met de door de nationale bevoegde autoriteiten (NBA's) voor statistische doeleinden te verzamelen gegevens, zulks uit hoofde van het kader dat bij Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) is vastgesteld, is Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) gewijzigd om door verzekeringsinstellingen direct te rapporteren gegevens mede op te nemen. Richtsnoer ECB/2013/7 (5) moet eveneens gewijzigd worden aangezien het voor de nationale centrale banken (hierna „NCB's” genoemd) de nodige procedures vastlegt inzake rapportage aan de Europese Centrale Bank (hierna „ECB” genoemd). |
(2) |
Richtsnoer ECB/2013/7 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden, |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Richtsnoer ECB/2013/7 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
in artikel 3 wordt lid 1 als volgt vervangen: „1. NCB's verzamelen en rapporteren aan de ECB statistische informatie betreffende aangehouden effecten met een ISIN-code, zulks effectgewijs, overeenkomstig de rapportagekaders in bijlage I, deel 1 (tabel 1 t.e.m. 3) en deel II (tabel 1 t.e.m. 3), en overeenkomstig de elektronische rapportagenormen die afzonderlijk worden vastgelegd voor de volgende typen instrumenten: kortlopende effecten (F.31), langlopende effecten (F.32), beursgenoteerde aandelen (F.511) en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen (F.52). De rapportageverplichtingen van NCB's bestrijken kwartaalultimoposities en hetzij i) financiële kwartaalultimotransacties gedurende het referentiekwartaal of ii) maandultimo- of kwartaalultimogegevens die noodzakelijk zijn om financiële transacties af te leiden, zoals vastgelegd in lid 2. NCB's rapporteren tevens jaarultimoposities, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 ter, van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) overeenkomstig het rapportagekader in bijlage I, deel 3 (tabel 1 t.e.m. 2) van dit richtsnoer. Financiële transacties of voor het afleiden van financiële transacties noodzakelijke gegevens die werkelijke informatieplichtigen aan NCB's rapporteren conform deel 1 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), worden gemeten zoals vastgelegd in deel 3 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).”; |
2. |
in artikel 3, lid 2, wordt het volgende punt c) toegevoegd:
|
3. |
in artikel 4 wordt lid 1 als volgt vervangen: „1. NCB's kunnen besluiten aan de ECB statistische gegevens te rapporteren betreffende effecten zonder een ISIN-code, die monetaire financiële instellingen (MFI's), beleggingsfondsen, lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten, verzekeringsinstellingen en hoofden van rapportagegroepen die vallen onder Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), aanhouden of die door bewaarnemers aanhouden namens: i) ingezeten beleggers die niet vallen onder Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24, ii) in andere eurogebiedlidstaten ingezeten niet-financiële beleggers of iii) in lidstaten buiten het eurogebied ingezeten beleggers, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), aan wie geen vrijstelling is verleend van rapportageverplichtingen onder Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).”. |
Artikel 2
Wijzigingen van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2013/7
Bijlage I bij Richtsnoer ECB/2013/7 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit richtsnoer.
Artikel 3
Inwerkingtreding en implementatie
Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van notificatie aan de NCB's. De centrale banken van het Eurosysteem voldoen aan dit richtsnoer met ingang van de datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) 2015/730 van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/18) (6).
Artikel 4
Geadresseerden
Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.
Gedaan te Frankfurt am Main, 16 april 2015.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.
(2) PB L 305 van 1.11.2012, blz. 6.
(3) Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank van 28 november 2014 betreffende statistische rapportagevereisten voor verzekeringsinstellingen (ECB/2014/50) (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 36).
(4) Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
(5) Richtsnoer ECB/2013/7 van 22 maart 2013 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (PB L 125 van 7.5.2013, blz. 17).
(6) Verordening (EU) 2015/730 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2012/24) (ECB/2015/18) (PB L 116 van 7.5.2015, blz. 5).
BIJLAGE
Bijlage I bij Richtsnoer ECB/2013/7 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
in deel 1 wordt tabel 2 als volgt vervangen: „Tabel 2 Informatie betreffende aangehouden effecten
|
2. |
in deel 2 wordt tabel 2 als volgt vervangen: „Tabel 2 Informatie betreffende aangehouden effecten
|
3. |
in deel 2 wordt tabel 4 als volgt vervangen: „Tabel 4 Aangehouden effecten zonder een ISIN-code
|
4. |
het volgende deel 3 wordt toegevoegd: „DEEL 3 Op jaarbasis door KI's aangehouden effecten Tabel 1 Algemene informatie en toelichting
Tabel 2 Informatie betreffende aangehouden effecten
|
(1) De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.
(2) M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.
(3) De nummering van categorieën in dit richtsnoer geeft de in het ESR 2010 geïntroduceerde nummering weer.
(4) Overige financiële intermediairs (S.125) plus financiële hulpbedrijven (S.126) plus financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127).
(5) Alleen indien de sectoren S.11, S.13 en S.15 niet afzonderlijk worden gerapporteerd.
(6) Voor gegevens gerapporteerd door nationale centrale banken buiten het eurogebied, alleen voor rapportage van door niet-ingezeten beleggers aangehouden effecten.
(7) Niet-toegewezen sector ingezeten in het land van de houder; d.w.z. onbekende sectoren van onbekende landen dienen niet te worden gerapporteerd. NCB's informeren de beheerders van de SHSDB over de reden voor de onbekende sector, in het geval van statistisch relevante waarden.
(8) Alleen indien geen onderscheid kan worden gemaakt tussen directe rapportage en rapportage door de bewaarnemer.
(9) Niet gerapporteerd indien marktwaarden (en de respectieve overige volumemutaties/transacties) worden gerapporteerd.
(10) Aanbevolen wordt de opgebouwde rente, naar beste vermogen, mee te nemen.
(11) Indien een NCB de vertrouwelijkheidsstatus rapporteert, hoeft dit attribuut niet te worden gerapporteerd. Het bedrag kan betrekking hebben op alleen de grootste belegger in plaats van op de twee grootste beleggers, onder verantwoordelijkheid van de rapporterende NCB.
(12) NCB's worden aangemoedigd nominale waarde in aantal participaties te rapporteren wanneer effecten in participaties worden genoteerd in de CSDB.
(13) Alleen te rapporteren indien transacties niet worden afgeleid van posities in de SHSDB.
(14) Alleen te rapporteren voor van informatieplichtigen verzamelde transacties, niet gerapporteerd voor door NCB's van posities afgeleide transacties.
(15) Te rapporteren indien het corresponderende bedrag van de twee grootste beleggers voor posities, transacties, respectievelijk overige volumemutaties niet beschikbaar/verstrekt is.
(16) Alleen te gebruiken indien transacties door NCB's worden afgeleid van posities. In deze gevallen zal de vertrouwelijkheidsstatus door de SHSDB worden afgeleid; d.w.z. de begin- en/of eindposities zijn vertrouwelijk, de afgeleide transactie wordt gemarkeerd als vertrouwelijk.”;
(17) De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.
(18) M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.
(19) Identificatiecode apart te bepalen.
(20) NCB's hebben vier alternatieve rapportageopties: 1) geaggregeerd voor alle entiteiten van de groep met inbegrip van het hoofdkantoor; 2) geaggregeerd voor entiteiten die ingezeten zijn in het land van het hoofdkantoor; respectievelijk, geaggregeerd voor entiteiten die niet ingezeten zijn in het land van het hoofdkantoor; 3) geaggregeerd voor entiteiten die ingezeten zijn in het land van het hoofdkantoor; geaggregeerd voor entiteiten die ingezeten zijn in een ander land van het eurogebied; geaggregeerd voor buiten het eurogebied ingezetene entiteiten; 4) per entiteit.
(21) Niet gerapporteerd indien marktwaarden worden gerapporteerd.
(22) NCB's worden aangemoedigd nominale waarde in aantal participaties te rapporteren wanneer effecten in participaties worden genoteerd in de CSDB.
(23) Aanbevolen wordt de opgebouwde rente, naar beste vermogen, mee te nemen.”;
(24) De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.
(25) M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.
(26) Niet vereist voor op geaggregeerde basis gerapporteerde effecten.
(27) NCB's dienen bij voorkeur voor elk effect gedurende een aantal jaren hetzelfde effecten identificatienummer te gebruiken. Bovendien dient elk effectenidentificatienummer slechts aan één effect gerelateerd te zijn. NCB's moeten de beheerders van de SHSDB in kennis stellen indien ze hier niet aan kunnen voldoen. Cusip- en Sedol-codes mogen als interne NCB-nummers worden behandeld.
(28) NCB's dienen in de metadata het type van het gebruikte identificatienummer te specificeren.
(29) Deze effecten zullen niet worden meegenomen in de samenstelling van aggregaten.
(30) Om posities tegen marktwaarde te berekenen uit posities tegen nominale waarde.”;
(31) De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.
(32) M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.
(33) De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.
(34) M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.
(35) Alleen indien geen onderscheid kan worden gemaakt tussen directe rapportage en rapportage door de bewaarnemer.
(36) Niet gerapporteerd indien marktwaarden worden gerapporteerd.
(37) Aanbevolen wordt de opgebouwde rente, naar beste vermogen, mee te nemen.
(38) Niet gerapporteerd indien marktwaarden (en de respectieve overige volumemutaties/transacties) worden gerapporteerd.”.