De vooruitzichten voor de economische groei van het eurogebied worden vertroebeld door handelsspanningen en verhoogde mondiale onzekerheid. Voor 2025 als geheel lijken deze effecten deels gecompenseerd te worden door een sterker dan verwachte economische bedrijvigheid in het eerste kwartaal. Dit is waarschijnlijk deels het gevolg van het naar voren halen van de uitvoer met het oog op hogere invoerheffingen. Op middellange termijn wordt de economische bedrijvigheid ondersteund door de recent aangekondigde begrotingsmaatregelen. De basisprojectie gaat ervan uit dat de Amerikaanse invoerheffingen op goederen vanuit de EU, die met 10% zijn toegenomen, van kracht blijven gedurende de hele projectieperiode. Samen met de verhoogde onzekerheid rond het handelsbeleid en de recente waardestijging van de euro zullen de hogere invoerheffingen de uitvoer, de investeringen en – in mindere mate – de consumptie van het eurogebied drukken. Daarentegen zouden de nieuwe overheidsuitgaven voor infrastructuur en defensie, vooral in Duitsland, de binnenlandse vraag in het eurogebied vanaf 2026 een boost moeten geven. Al met al blijven de voorwaarden aanwezig voor een opleving van de bbp-groei in het eurogebied gedurende de projectieperiode. Vooral de stijgende reële inkomens en werkgelegenheid, de minder restrictieve financieringsvoorwaarden – met name door de recente monetairbeleidsbeslissingen – en een opleving van de buitenlandse vraag later in de projectieperiode zouden een geleidelijk herstel moeten ondersteunen. De gemiddelde reële bbp-groei op jaarbasis komt volgens de projecties uit op 0,9% in 2025, 1,1% in 2026 en 1,3% in 2027. Vergeleken met de door medewerkers van de ECB samengestelde macro-economische projecties van maart 2025 zijn de vooruitzichten voor de bbp-groei voor 2025 ongewijzigd, als gevolg van beter dan verwachte binnenkomende gegevens die grotendeels worden gecompenseerd door de effecten van de handelsspanningen en de appreciatie van de euro. De handelsspanningen en de sterkere wisselkoers hebben voor 2026 geleid tot een neerwaartse bijstelling van de groei, terwijl de groei voor 2027 ongewijzigd is gebleven.[1]
Hoewel de totale inflatie, zoals gemeten aan de hand van de geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP), op korte termijn waarschijnlijk onder de 2% blijft, keert deze op middellange termijn naar verwachting terug naar de doelstelling. Verwacht wordt dat de inflatie in de loop van 2025 daalt en in het eerste kwartaal van 2026 het laagste punt van 1,4% bereikt, om daarna weer te stijgen naar 2,0% in 2027. De daling van de totale inflatie in 2025 wordt deels veroorzaakt door de negatieve energie-inflatie als gevolg van de recente daling van de olieprijzen en de groothandelsprijzen voor aardgas. De energie-inflatie blijft naar verwachting negatief tot 2027, wanneer nieuwe maatregelen ter beperking van klimaatverandering van kracht worden in het kader van het nieuwe emissiehandelssysteem (ETS2). Na een tijdelijke stijging in het tweede kwartaal van 2025 daalt de voedselinflatie naar verwachting tot iets boven de 2% in 2027. De HICP-inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen (HICPX) daalt naar verwachting als gevolg van de dienstencomponent, naarmate het effect van de vertraagde prijsaanpassingen voor sommige producten wegebt, de loondruk afneemt en de lagere energieprijzen doorwerken in de prijsketen. De loongroei zou de neerwaartse trend moeten blijven volgen naarmate de druk om eerdere reële loonverliezen te recupereren wegebt. In combinatie met een herstel van de productiviteitsgroei leidt dit naar verwachting tot een aanzienlijk tragere groei van de arbeidskosten per eenheid product. De externe prijsdruk, zoals zichtbaar in de invoerprijzen, blijft naar verwachting gematigd, uitgaande van een ongewijzigd heffingenbeleid van de EU. Hierbij is rekening gehouden met enige neerwaartse druk als gevolg van de sterkere euro en de daling van de prijzen van energiegrondstoffen in de afgelopen maanden. Vergeleken met de projecties van maart 2025 zijn de vooruitzichten voor de totale HICP-inflatie voor zowel 2025 als 2026 met 0,3 procentpunt neerwaarts bijgesteld vanwege lagere aannames voor de prijzen van energiegrondstoffen en de waardestijging van de euro, terwijl deze voor 2027 ongewijzigd zijn gebleven.
Tabel 1
Groei- en inflatieprojecties voor het eurogebied
(mutaties in procenten per jaar; bijstellingen in procentpunten)
Juni 2025 | Bijstellingen t.o.v. maart 2025 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
Basisscenario juni 2025 | ||||||||
Reëel bbp | 0,8 | 0,9 | 1,1 | 1,3 | 0,0 | 0,0 | -0,1 | 0,0 |
HICP | 2,4 | 2,0 | 1,6 | 2,0 | 0,0 | -0,3 | -0,3 | 0,0 |
HICP exclusief energie en voedingsmiddelen | 2,8 | 2,4 | 1,9 | 1,9 | 0,0 | 0,2 | -0,1 | 0,0 |
Alternatief scenario — mild | ||||||||
Reëel bbp | 0,8 | 1,2 | 1,5 | 1,4 | 0,0 | 0,3 | 0,3 | 0,1 |
HICP | 2,4 | 2,0 | 1,7 | 2,1 | 0,0 | -0,3 | -0,2 | 0,1 |
Alternatief scenario – ernstig | ||||||||
Reëel bbp | 0,8 | 0,5 | 0,7 | 1,1 | 0,0 | -0,4 | -0,5 | -0,2 |
HICP | 2,4 | 2,0 | 1,5 | 1,8 | 0,0 | -0,3 | -0,4 | -0,2 |
Toelichting: Voor het reële bbp is uitgegaan van jaargemiddelden van voor werkdagen en seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens. Historische cijfers kunnen afwijken van die in de meest recente Eurostat-publicaties wanneer er na de afsluitingsdatum van de projecties nog gegevens gepubliceerd zijn. Bijstellingen worden berekend op grond van afgeronde cijfers. De alternatieve scenario’s richten zich op de Amerikaanse invoerheffingen en onzekerheid over het handelsbeleid en worden beschreven in Kader 2. De gegevens voor de basisprojecties van juni 2025 kunnen worden gedownload, eveneens op kwartaalbasis, uit de database met macro-economische projecties op de website van de ECB.
Ter illustratie van de risico’s met betrekking tot het Amerikaanse beleid rond invoerheffingen en de huidige grote onzekerheid omtrent de economische vooruitzichten voor het eurogebied zijn twee scenario’s opgesteld. Het milde scenario gaat uit van de afschaffing van bilaterale invoerheffingen tussen de Verenigde Staten en de EU (d.w.z. een wederzijds nultarief) en een snelle vermindering van de onzekerheid over het handelsbeleid tot het niveau van vóór 2018. In een dergelijk scenario zou de groei in 2025-2026 0,3-0,4 procentpunt sterker zijn dan in het basisscenario, terwijl de inflatie in 2026-2027 marginaal hoger zou zijn. Het ernstige scenario gaat uit van een verdere verhoging van de Amerikaanse invoerheffingen over de hele linie (in lijn met de aankondiging van zogenoemde wederzijdse heffingen in de Verenigde Staten), symmetrische vergeldingsmaatregelen door de EU en een aanhoudend grotere onzekerheid over het handelsbeleid. In een dergelijk scenario zouden de groeivooruitzichten voor de hele projectieperiode aanzienlijk zwakker zijn, terwijl de inflatie lager zou zijn, vooral later in de projectieperiode. Deze scenario's worden uitgewerkt in Kader 2.
© Europese Centrale Bank, 2025
Postadres 60640 Frankfurt am Main, Duitsland
Telefoon +49 69 1344 0
Website www.ecb.europa.eu
Alle rechten voorbehouden. Reproductie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is alleen toegestaan met bronvermelding.
Zie voor een verklaring van de terminologie de ECB-woordenlijst.
HTML ISBN 978-92-899-7369-4, ISSN 2529-4776, doi: 10.2866/9969328, QB-01-25-150-NL-Q
De afsluitingsdatum voor de technische aannames en de projecties voor de wereldeconomie was 14 mei 2025. De macro-economische projecties voor het eurogebied werden op 21 mei 2025 afgerond.
- 5 June 2025