De economie van het eurogebied geeft blijk van veerkracht in een uitdagende mondiale omgeving. Het reële bbp steeg in het derde kwartaal van 2025 met 0,3%, wat hoger was dan in de projecties van september werd voorzien. Dit volgde op volatiele ontwikkelingen in de eerste helft van het jaar, te wijten aan het vervroegd uitvoeren van orders (frontloading) in reactie op hogere Amerikaanse invoerheffingen en de onzekerheid daaromtrent, alsook aan sterke schommelingen in de Ierse gegevens. De binnenlandse vraag zou de belangrijkste stuwende kracht achter de groei in het eurogebied moeten blijven, ondersteund door de stijging van de reële lonen en de werkgelegenheid, tegen de achtergrond van veerkrachtige arbeidsmarkten met historisch lage werkloosheidscijfers. Ook de dit jaar aangekondigde extra overheidsuitgaven voor infrastructuur en defensie, met name in Duitsland, samen met de verbeterde financieringsvoorwaarden als gevolg van de verlagingen van de monetairbeleidsrente sinds juni 2024, zullen de binnenlandse economie naar verwachting ondersteunen. Wat betreft externe factoren wordt verwacht dat de uitvoer volgend jaar zal aantrekken, hoewel de uitdagingen op het gebied van het concurrentievermogen blijven bestaan, waaronder sommige van structurele aard. Deze verbetering is toe te schrijven aan een opleving van de buitenlandse vraag door de afnemende onzekerheid over het handelsbeleid, ondanks het geleidelijk groter wordend effect van de hogere invoerheffingen. De gemiddelde reële bbp-groei op jaarbasis komt volgens de projecties uit op 1,4% in 2025, 1,2% in 2026 en 1,4% in zowel 2027 als 2028. Ten opzichte van de projecties van september 2025 is de bbp-groei voor de gehele projectieperiode opwaarts bijgesteld als gevolg van meevallende gegevens, verminderde handelsonzekerheid, een sterkere buitenlandse vraag en lagere prijzen van energiegrondstoffen.[1]
De inflatie zal naar verwachting dalen van 2,1% in 2025 naar 1,9% in 2026 en vervolgens naar 1,8% in 2027, alvorens in 2028 te stijgen naar de doelstelling van de ECB van 2% op middellange termijn. De verwachte daling van de totale inflatie (gemeten aan de hand van de geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)) begin 2026 weerspiegelt een neerwaarts basiseffect van de energieprijzen, terwijl de inflatie in de niet-energiecomponenten gedurende 2026 zou moeten blijven afnemen. De bijdrage van de energie-inflatie aan de totale inflatie blijft tot eind 2027 gematigd, alvorens in 2028 aanzienlijk te stijgen als gevolg van de verwachte invoering van het EU-emissiehandelssysteem 2 (ETS2), met een opwaarts effect van 0,2 procentpunt op de totale inflatie. Volgens de projecties daalt de HICP-inflatie exclusief energie van 2,5% in 2025 naar 2,2% in 2026 en 2,0% in 2027 en 2028. De verwachting is dat de voedselinflatie aanmerkelijk zal dalen naarmate de effecten van de eerdere wereldwijde prijsstijgingen van voedingsgrondstoffen en de ongunstige weersomstandigheden gedurende de zomer afnemen. Vanaf eind 2026 stabiliseert de voedselinflatie zich dan iets boven de 2%. De HICP-inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen (HICPX) matigt van 2,4% in 2025 tot 2,0% in 2028, doordat de diensteninflatie daalt tegen de achtergrond van afnemende arbeidskostendruk en naarmate de eerdere appreciatie van de euro doorwerkt in de prijsketen, waardoor de goedereninflatie wordt afgeremd. Verwacht wordt dat de loongroei geheel 2026 gematigd zal blijven, alvorens zich rond 3% te stabiliseren, ondersteund door een veerkrachtige arbeidsmarkt en een productiviteitsgroei net onder de 1%. De groei van de arbeidskosten per eenheid product zal naar verwachting afnemen, hoewel het effect daarvan op de inflatie deels tenietgedaan wordt door een geleidelijk herstel van de winstmarges gedurende de projectieperiode. Vergeleken met de projecties van september 2025 zijn de vooruitzichten voor de totale HICP-inflatie voor 2026 met 0,2 procentpunt naar boven toe bijgesteld vanwege de recente onverwacht hogere cijfers voor de HICP-inflatie en de loongroei. Deze laatste factor heeft geleid tot een aanzienlijke opwaartse herziening van de loonvooruitzichten. De projectie voor de HICP-inflatie voor 2027 is licht neerwaarts bijgesteld als gevolg van een veronderstelde lagere bijdrage van de energie-inflatie, aangezien de invoering van ETS2 nu naar verwachting wordt uitgesteld van 2027 tot 2028, hoewel deze bijdrage deels wordt gecompenseerd door een sterkere diensteninflatie.
Tabel 1
Groei- en inflatieprojecties voor het eurogebied
(mutaties in procenten per jaar; bijstellingen in procentpunten)
December 2025 | Bijstellingen t.o.v. september 2025 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2025 | 2026 | 2027 | |
Reëel bbp | 0,9 | 1,4 | 1,2 | 1,4 | 1,4 | 0,2 | 0,2 | 0,1 |
HICP | 2,4 | 2,1 | 1,9 | 1,8 | 2,0 | 0,0 | 0,2 | -0,1 |
HICP exclusief energie en voedingsmiddelen | 2,8 | 2,4 | 2,2 | 1,9 | 2,0 | 0,0 | 0,3 | 0,1 |
Toelichting: Voor het reële bbp is uitgegaan van jaargemiddelden van voor werkdagen en seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens. Historische cijfers kunnen afwijken van die in de meest recente Eurostat-publicaties wanneer er na de afsluitingsdatum van de projecties nog gegevens gepubliceerd zijn. Bijstellingen worden berekend op grond van afgeronde cijfers. De gegevens kunnen, eveneens op kwartaalbasis, worden gedownload uit de database met macro-economische projecties op de website van de ECB.
© Europese Centrale Bank, 2025
Postadres 60640 Frankfurt am Main, Duitsland
Telefoon +49 69 1344 0
Website www.ecb.europa.eu
Alle rechten voorbehouden. Reproductie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is alleen toegestaan met bronvermelding.
Zie voor een verklaring van de terminologie de ECB-woordenlijst.
HTML ISBN 978-92-899-7346-5, ISSN 2529-4776, doi:10.2866/3124877, QB-01-25-149-NL-Q
De afsluitingsdatum voor de technische aannames en de projecties voor de wereldeconomie was 26 november 2025. De macro-economische projecties voor het eurogebied werden op 3 december 2025 afgerond. Met het oog op de toetreding tot het eurogebied op 1 januari 2026 is Bulgarije opgenomen in de projecties voor het eurogebied van december 2025. Historische gegevens voor het eurogebied hebben ook betrekking op Bulgarije, met uitzondering van de HICP.
-
18 December 2025