Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
Christine Lagarde
The President of the European Central Bank
Luis de Guindos
Vice-President of the European Central Bank
  • VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID

PERSCONFERENTIE

Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB

Florence (Firenze), 30 oktober 2025

Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie. Ik wil gouverneur Panetta bedanken voor zijn gastvrijheid en onze speciale dank uitspreken aan zijn medewerkers voor de uitstekende organisatie van de vergadering van de Raad van Bestuur vandaag.

De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB ongewijzigd te laten. De inflatie bevindt zich nog steeds rond onze doelstelling van 2% op middellange termijn en onze beoordeling van de inflatievooruitzichten is vrijwel onveranderd. De economie is blijven groeien ondanks de uitdagende mondiale omgeving. De robuuste arbeidsmarkt, de solide balans van de private sector en onze eerdere renteverlagingen blijven belangrijke bronnen van weerbaarheid. Maar de vooruitzichten zijn nog steeds onzeker, wat met name veroorzaakt wordt door de voortdurende wereldwijde handelsgeschillen en geopolitieke spanningen.

We zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie zich stabiliseert op onze doelstelling van 2% op middellange termijn. We volgen een op data gebaseerde benadering per vergadering om de passende monetairbeleidskoers te bepalen. Onze rentebesluiten zullen in het bijzonder gebaseerd zijn op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten en de daarmee gepaard gaande risico’s in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, naast de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie. We leggen ons niet bij voorbaat vast op een bepaald rentetraject.

De vandaag genomen besluiten worden uiteengezet in een persbericht op onze website.

Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze beoordeling van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.

Economische bedrijvigheid

Volgens de vandaag gepubliceerde voorlopige flashraming van Eurostat is de economie in het derde kwartaal van het jaar met 0,2% gegroeid. De dienstensector is opnieuw gegroeid dankzij een sterk toeristisch seizoen en vooral ook door een toename van de bedrijvigheid in digitale diensten. Volgens enquêtes vormt die toename een afspiegeling van het feit dat veel bedrijven hun inspanningen hebben opgevoerd om hun IT-infrastructuur te moderniseren en AI te integreren in hun bedrijfsvoering. Ondertussen voelt de industrie de effecten van de hogere heffingen, de nog altijd verhoogde onzekerheid en een sterkere euro.

De divergentie tussen de binnenlandse en buitenlandse vraag houdt op korte termijn waarschijnlijk aan. De economie zou moeten profiteren van toenemende particuliere consumptie door stijging van de reële inkomens. De werkloosheid bedroeg in september 6,3% en bleef daarmee dicht bij het historisch laagste peil, ook al is de vraag naar arbeid afgekoeld. Huishoudens blijven een ongebruikelijk groot deel van hun inkomen sparen, waardoor ze een grotere marge opbouwen om hun uitgaven verder op te voeren. De omvangrijke overheidsuitgaven voor infrastructuur en defensie, net als onze eerdere renteverlagingen, zouden de investeringen een stimulans moeten geven.

Daartegenover staat dat de mondiale omgeving waarschijnlijk een vertragende factor blijft. De uitvoer van goederen nam tussen maart en augustus af en compenseerde daarmee de eerdere frontloading bij de internationale handel om de recente invoerheffingen te ontlopen. Nieuwe uitvoerorders wijzen op een verdere terugval. De volledige gevolgen van de hogere invoerheffingen op de uitvoer vanuit het eurogebied en investeringen in de verwerkende industrie zullen pas in de loop van de tijd zichtbaar worden.

De Raad van Bestuur benadrukt de dringende noodzaak om het eurogebied en zijn economie te versterken in het huidige geopolitieke klimaat en we verwelkomen het feit dat de EU-leiders deze ambitie opnieuw hebben uitgesproken tijdens de Eurotop afgelopen week. Het budgettaire en structurele beleid zou de productiviteit, concurrentie en weerbaarheid moeten vergroten. Het is essentieel om de routekaart van de Europese Commissie voor het concurrentievermogen snel door te voeren. Overheden zouden prioriteit moeten geven aan groeibevorderende structurele hervormingen en strategische investeringen en zorgen voor houdbare overheidsfinanciën. Het is ook van vitaal belang om verdere integratie van de kapitaalmarkt te bevorderen door de spaar- en investeringsunie en de bankenunie te voltooien met een duidelijk en ambitieus tijdschema. Daarnaast is een spoedige goedkeuring van de verordening voor de invoering van een digitale euro cruciaal.

De Raad van Bestuur is vastbesloten om centralebankgeld voor retail en wholesale geschikt te maken voor het digitale tijdperk. In dit verband heeft de Raad van Bestuur vandaag besloten over te gaan naar de volgende fase van het project voor de digitale euro. Dit zorgt ervoor dat alles technisch in gereedheid is voor een mogelijke uitgifte van de digitale euro en zal de digitale soevereiniteit van Europa ondersteunen zodra de wetgeving is aangenomen. Dit besluit wordt nader toegelicht in een afzonderlijk persbericht.

Inflatie

De inflatie op jaarbasis steeg in september tot 2,2%, tegen 2,0% in augustus. Dat was vooral omdat de energieprijzen minder sterk daalden dan voorheen. De energie-inflatie bedroeg in september -0,4%, tegen -2,0% in augustus. De voedselprijsinflatie liep ondertussen terug van 3,2% in augustus tot 3,0% in september. De inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen steeg van 2,3% in augustus naar 2,4%, doordat de diensteninflatie licht toenam van 3,1% naar 3,2%, terwijl de goedereninflatie opnieuw onveranderd bleef op 0,8%.

De indicatoren van de onderliggende inflatie blijven in overeenstemming met onze doelstelling van 2% op middellange termijn. Terwijl de bedrijfswinsten een herstel laten optekenen, zullen de arbeidskosten naar verwachting verder matigen als gevolg van een stijgende productiviteit en een afname van de loongroei. Toekomstgerichte indicatoren, zoals de loontracker van de ECB en enquêtes over de loonverwachtingen, wijzen op tragere loongroei gedurende de rest van het jaar en de eerste helft van 2026.

De meeste maatstaven voor de inflatieverwachtingen op langere termijn blijven op ongeveer 2% staan en ondersteunen daarmee de stabilisatie van de inflatie rond onze doelstelling.

Risicobeoordeling

Het tijdens de zomer bereikte handelsakkoord tussen de EU en de VS, de recent afgekondigde wapenstilstand in het Midden-Oosten en de bekendmaking vandaag dat er vooruitgang is bij de handelsbesprekingen tussen de VS en China hebben de neerwaartse risico’s voor de economische groei ten dele getemperd. Tegelijkertijd kan het nog altijd volatiele mondiale handelsklimaat de aanbodketen verstoren, de uitvoer verder afremmen en de consumptie en de investeringen drukken. Een verslechtering van het sentiment op de financiële markten zou kunnen leiden tot krappere financieringsvoorwaarden, een grotere risicoaversie en zwakkere groei. Geopolitieke spanningen, in het bijzonder de ongerechtvaardigde oorlog van Rusland tegen Oekraïne, blijven een belangrijke bron van onzekerheid. Daarentegen zouden hoger dan verwachte uitgaven voor defensie en infrastructuur, in combinatie met productiviteitsverhogende hervormingen, bijdragen aan de groei. Een verbetering van het ondernemersvertrouwen zou de particuliere investeringen kunnen bevorderen. Als de resterende geopolitieke spanningen afnemen of als de overblijvende handelsgeschillen sneller worden opgelost dan verwacht, zou dit ook kunnen zorgen voor een positiever sentiment en een impuls voor de bedrijvigheid.

De vooruitzichten voor de inflatie blijven onzekerder dan gewoonlijk, als gevolg van het nog steeds volatiele mondiale klimaat rond het handelsbeleid. Een sterkere euro kan de inflatie meer dan verwacht doen dalen. Bovendien kan de inflatie lager uitvallen als hogere invoerheffingen de vraag naar uitvoer vanuit het eurogebied doen afnemen en landen met overcapaciteit ertoe aanzetten hun uitvoer naar het eurogebied verder op te voeren. Een toename van de volatiliteit en risicoaversie op de financiële markten kan de binnenlandse vraag drukken en zo de inflatie doen afnemen. De inflatie zou dan weer hoger kunnen zijn als een fragmentatie van de mondiale aanbodketens de invoerprijzen opdrijft, het aanbod van kritieke grondstoffen inperkt en de capaciteitsbelemmeringen in de binnenlandse economie vergroot. Een stijging van de uitgaven voor defensie en infrastructuur kan ook leiden tot een hogere inflatie op de middellange termijn. Extreme weersomstandigheden, en meer in het algemeen de zich ontvouwende klimaat- en natuurcrisis, kunnen de voedselprijzen meer dan verwacht opdrijven.

Financiële en monetaire omstandigheden

Sinds onze laatste vergadering zijn de marktrentes grotendeels onveranderd gebleven. Onze eerdere renteverlagingen hebben de rentetarieven op bankleningen aan bedrijven verder doen afnemen, tot gemiddeld 3,5% in augustus. Ondertussen bleven de kosten van schuldfinanciering via de markt in augustus op 3,5%, aangezien de langerlopende rendementen, op basis waarvan deze schuld wordt beprijsd, nog steeds relatief stabiel zijn.

De twaalfmaands groei van de bancaire kredietverlening aan bedrijven liep in september licht terug tot 2,9%, tegen 3,0% in augustus. Tegelijkertijd vertraagde de groei van de uitgifte van bedrijfsobligaties tot 3,3% op jaarbasis. Volgens onze meest recente enquête naar de bancaire kredietverlening in het eurogebied werden de kredietverleningscriteria voor bedrijfsleningen in het derde kwartaal enigszins aangescherpt omdat banken bezorgder werden over de risico’s die hun klanten lopen. De vraag naar bedrijfskrediet nam licht toe.

De gemiddelde rente op nieuwe hypotheken is sinds het begin van het jaar amper gewijzigd en bedroeg 3,3% in augustus. De groei van de hypothecaire kredietverlening nam licht toe van 2,5% in augustus tot 2,6% in september, als gevolg van een verdere toename van de vraag en ongewijzigde kredietverleningscriteria in het derde kwartaal.

De groei van het ruime monetaire aggregaat (M3) vertraagde van 2,9% in augustus tot 2,8% in september en een gemiddelde van 3,8% over de eerste helft van het jaar.

Conclusie

De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB ongewijzigd te laten. We zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie zich stabiliseert op onze doelstelling van 2% op middellange termijn. We volgen een op data gebaseerde benadering per vergadering om de passende monetairbeleidskoers te bepalen. Onze rentebesluiten zullen gebaseerd zijn op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten en de daarmee gepaard gaande risico’s in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, naast de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie. We leggen ons niet bij voorbaat vast op een bepaald rentetraject.

We staan in elk geval klaar om alle instrumenten binnen ons mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie zich duurzaam stabiliseert op onze doelstelling op middellange termijn en om de soepele transmissie van het monetair beleid te handhaven.

We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media